zondag 1 december 2013

In dit deel wil ik een stukje basis uitleggen over het uitlezen van prenten. Wat zie je precies ? Of wat kun je aan de hand van de prenten vertellen.

In mijn vorige blog heb ik reeds verteld wat je als trackingskit kunt gebruiken.
Mocht je deze nog niet gelezen hebben, lees dat stukje eerst dan wordt het duidelijk wat onder sporen valt en wat je kunt gebruiken in een kit.

Even een korte herhaling wat je kunt zien aan de hand van een prent:
  • Diersoort
  • Gedrag
  • Toestand
  • Snelheid
  • Richting
  • Geslacht (alleen bij afwijkende prenten)
  • Leeftijd
  • Wanneer was het hier?
Diersoort.
Aan de vorm van de poot/voet kun je snel vertellen met wat voor dier je te maken hebt. Dieren met een hoefvorm zijn planteneters, dieren met een hoef zijn doorgaans (vaak snelle) dieren die leven in een plantrijke omgeving.

Ter verduidelijking:
Veel dieren zijn gedomesticeerd en hebben dus een deel van de eigenschappen verloren, zoals een schaap, geit, hond en kat. Maar hebben nog wel dezelfde oorsprong van de wilde varianten.

Dieren met korte tenen en kussentjes (zoals bijvoorbeeld een hond) zijn dieren die naast snelheid ook kunnen zo stil mogelijk lopen. Dan is bijvoorbeeld sluipen/verrassen een belangrijke factor voor het dier.

Indien de poot/voet voorzien is van langere tenen naast kussentjes is snelheid van minder groot belang. Grip is dan een belangrijkere factor voor het dier.

Zwemvliezen tussen de tenen geeft aan dat het dier een belangrijke binding heeft met het voortbewegen in water.

Bij vogels is ook een onderscheiding te maken tussen vogels die op de grond fourageren en gebruikelijk hun eten uit de bomen en/of struiken halen. Vogels die veel op de grond verblijven (aangepast zijn) zullen 'loopgedrag' vertonen, terwijl vogels die geen loopgedrag hebben, zullen springgedrag hebben waarbij de poten naast elkaar blijven om vooruit te komen. Het patroon van een lopende vogel is waarbij de prent om en om worden neergezet.

Looppatroon verschil.

Gedrag.
Aan prenten kun je zien wat het gedrag is. Waar leeft het dier, heeft hij een hol of bijvoorbeeld een leger. Welke wissels worden er gebruikt. Volg de prenten (en andere sporen) en een aanzienlijke kans dat je deze tegenkomt. Waar jaagt of graast het dier. Is het een solitair dier of leeft het in een kudde. Kortom je kunt een groot deel van het gedrag bepalen in normale toestand.

Toestand.
Met toestand bedoelen we de toestand van het dier op dat moment in de zin van het gedrag. Is het rustig aan het grazen. Zien we extra afdrukken van andere lichaamsdelen op een rust of plek van besluiping. Zien we prenten met een versnelling in combinatie met een snelle uitwijk of plotselinge stop, zoals bij achtervolging (dus meerdere soorten prenten bijvoorbeeld een hert en wolven, of een vogel en een vos). Springen en spelen geeft meestal een onsamenhangend patronenspel, welke pas duidelijk wordt als je de soort goed kent.

Het stappenpatroon voor een aanval.



Snelheid.
Bij veranderende snelheid verandert ook de contactpunten en het patroon waarin de prenten worden geplaatst, naast de afstand. Je kunt aan de hand van het patroon opmaken (afhankelijk van de diersoort) hoe snel het dier zich verplaatst (x/mtr per stap). Bij stilstand heeft een prent de tijd om zich te ontwikkelen en zullen dus duidelijker zijn dan de prent van snelle beweging. Aan de hand van de afbeelding wordt dit meer duidelijk.



Richting.
Als je kijkt naar de stand van de voet, zul je de afwikkeling van de poot/voet kunnen bepalen (en dus ook typische afwijkingen zoals bij mensen met een slecht been). Ook veel dieren hebben een dominante kant oftewel voorkeurs kant zoals mensen links- of rechtshandig zijn. De dominante kant is meestal iets gespierder en heeft een diepere of bredere prent in verband met afzetting. Bij plotselinge uitwijking is dit heel duidelijk te zien. Indien het dier naar links uitwijkt zul je merken dat de prent links dieper is, dan rechts en er rechts een verdrukking is van de grond, dus breder. Voor rechts geldt dit natuurlijk omgekeerd. Bij tenen zul je ook een verandering zien. Wat dacht je van een stop ?  Diepe indruk met aan de voorkant een gestuwd bergje zand of modder. Zo'n uitwijking is vooral goed te zien in zachtere grond, in harde grond is dit niet (altijd) goed te zien.  



Geslacht.
Indien het vrouwlijke- of mannelijke geslacht van het dier een afwijkende prent of looppatroon heeft. Dit kan zijn een andere stand van de poot/voet van de prent, afwijkende loop, andere prentvorm of een grotere c.q. kleinere prent. Het vereist meer ervaring om dit snel te kunnen zien, meestal ook een gehele serie van prenten.


De achterpoten staan verder uit elkaar.



Leeftijd.
Als je weet hoe groot het spoor kan zijn als de soort volgroeid is, kun je een inschatting maken of leeftijd en grootte. Er zijn natuurlijk een boel factoren die dit bemoeilijken zoals o.a. storing in de groeifase door voedselgebrek en het soort grond waar de prent op gemaakt is. Dus het schatten van leeftijd is nooit exact.



Wanneer was het hier?
Als je dit kan, dan mag je jezelf best een expert noemen. Bepaalde grondsoorten hebben een verval proces veroorzaakt door wind, regen en invallen van grond. Het invallen is afhankelijk van de samenstelling van de grond. Een vette kleigrond zal minder snel invallen dan een overwegend zandgrondsoort. Ik vind dit nog steeds erg moeilijk om er dan een tijdsfactor aan te hangen en kan hier eigenlijk geen goed advies geven. Ook omgevingfactoren zoals activiteiten kunnen verval versnellen of zelf totaal de prent onbruikbaar maken.


TIP:  Heb je een hond of kat ? Neem deze mee naar een stuk grond met zand, laat deze een aantal prenten maken en bekijk deze goed. (ja, op de knieën !) Neem je tracking kit mee ! Natuurlijk wel foto's en aantekeningen maken.

Natuurlijk is er nog veel meer te leren over dierensporen. Ik heb hier slechts een aantal puntjes aangehaald. 
 
Wil je meer weten over diersporen ? Bij het IVN wordt regelmatig een deel workshop gegeven, zoals uilenballen uitpluizen. Er zijn ook diverse bushcraft- en outdoorscholen die zo'n cursus aanbieden.


Dus naar buiten !! Prenten zoeken...



Gebruikte afbeeldingen zijn van Rick Curtis, Outdoor Action Program, The Trustees of Princeton University.

zondag 17 november 2013



Ik ben weer helemaal in mijn sas met de nieuwe titel van dit stukje over dierensporen. Zoals de titel al aangeeft denken we bij sporen aan de prenten oftewel de pootafdruk van een dier. Maar wat we onder sporen verstaan bestaat eigenlijk uit nog veel meer.

Onder sporen verstaan we:

  • Prenten (poot of lichaamsafdruk)
  • Holen, schuilplaatsen  en nesten
  • Braakballen
  • Vraatsporen
  • Uitwerpselen
  • Veren

Kort zal ik van dit lijstje het een en ander behandelen, het doel is immers de jas aan
te trekken en wat frisse lucht opsnuiven. Het bos in om de sporen te zoeken. Neem een loep, fotocamera, lampje en een boekje mee om de sporen te determineren.

Misschien niet het bestje boekje, maar erg veel plezier heb ik van 'De complete gids voor diersporen' door Klaus Richarz, uit de Witte Boekhandel. Voor 7 euro heeft u een praktische handzame gids. Met aardig wat informatie voor de beginnende spoorzoeker en natuurliefhebber. U kunt hiermee voldoende informatie uit halen en u bent zo op het goede spoor om iets meer te weten te komen van dieren uit uw wandelomgeving.


Wil je wat verder gaan dan kun je een trackingkit meenemen deze bestaat uit een meetlat, voorzien van centimeters inclusief 2 elastieken en een aantal zestal gekleurde saté prikkers. Een mond kapje, latex-handschoenen een afsluitbaar bakje met wat ziplock zakjes, notitieblokje met potlood en een pincet. En helemaal compleet wordt het met een gipskit om de prenten vast te leggen.

Voorbeeld van een simpele trackingkit

Prenten.
Prenten zijn eigenlijk niets anders poot- of lichaamsafdrukken in bijvoorbeeld zand, modder of sneeuw. Aan de hand van de prent kun je bepalen wat voor dier het is. Soms het geslacht, de gemoedstoestand, het doel en de snelheid. Het is mogelijk in bepaalde gevallen om een tijd van inprenting te koppelen door middel van het vergaan van de prent. Je kunt dan een redelijke inschatting maken wanneer het dier op die plek geweest is.

Prent van een ree
Links ziet u een prent van een ree op een modderig pad. Dit soort prenten ziet u meestal op wandelpaden en op wissels. Wissels zijn niets anders dan vaste paden gebruikt door dieren. De wandelpaden van de mensen worden meestal gebruikt wanneer het stil is. Meestal in de schemer en in het donker, maar soms ook gewoon overdag. Reeën kunnen heel goed horen en ruiken en maken optimaal gebruik van hun camouflage.
Door doodstil te blijven liggen is de kans om ontdekt te worden zeer klein, pas op het laatste moment zullen ze hun leger (rustplek op de grond) plotseling verlaten.

Prent van een hond
Rechts zie je een prent van een hond. Je moet heel goed opletten want de prenten van honden kunnen verschillen, kleine hondjes hebben iets andere prenten dan grote honden. Hoe groter de hond des te breder zijn de prenten. Een prent van een kleine hond is makkelijk te verwarren met de prent van een vos. Er zijn slechts minieme verschillen. Van een vos zijn de kussentjes wat kleiner en ronder, waardoor er een groter tussenstuk ontstaat tussen de linker en rechter kussen van de poot. Verder is aan de rechterkant een grotere ophoping, hierdoor is het mogelijk dat de hond naar links is afgebogen.

Met een meetlat kun je de afstand bepalen tussen 2 stappen (gemiddelde nemen) schuif de elastieken op de gemeten afstand. Zo kun je het spoor volgen mocht deze vervagen of onduidelijk zijn, je weet immers de afstand van de volgende stap.
Ook bij versnelling zul je een andere stappenpatroon en -prenten ontdekken. Vaak worden de voor- en achterpoten anders neergezet en zullen de zowel de voor- als achterpoten verder uit elkaar staan. Dit is voor veel dierensoorten verschillend.


Holen, schuilplaatsen en nesten.
Ieder diersoort heeft zijn eigen rustplek. Dit kan een leger zijn voor bijvoorbeeld een ree of een haas. Een leger is een ondiepe kuil op een onopvallend plekje. Vaak zie je hier nog de haren van het dier wat er regelmatig verblijft. Hierin blijven ze doodstil liggen waardoor het moeilijk wordt om ze te ontdekken. Vooral voor mensen waar de waarneming vooral gericht is op beweging en afstekende kleuren. Ook de vorm en locatie van een nest kan bijvoorbeeld aangeven welke vogel dit gebruikt. Een zwaluw heeft een ander soort nest en locatie dan een houtduif. Zo ook met holen in de grond of in een oude boom zoals een specht. Wat dacht je van een bladroller, een insect wat een blad krult in een rolletje om de nakomelingen te laten uitkomen. Af en toe komt het voor dat een andere diersoort een nest of hol van een ander gebruikt. Zoals een vos bij een dassenburcht, of een roek die de hol van een specht kraakt.

Braakballen.
De braakbal van bijvoorbeeld een uil geeft inzicht in het dieet en dus wat voor eetbaars er leeft in de omgeving van de uil. Deze moet je altijd in een bakje met handschoenen en mondkapje uitpluizen. Er zitten regelmatig nog ziekmakende bacteriën in. Maar met deze veiligheidsmiddelen kun je veilig aan de slag.

Braakbal van een ransuil
Hier links zie je de braakballen van een ransuil. Een braakbal bestaat uit de onverteerde resten van dieren, zoals haren, botjes en nagels. Braakballen worden alleen afgegeven door roofdieren. Het is een vorm van  afgifte via de bek van onverteerbare resten door deze uit te braken. Hier komt de beroemde uitspraak uilenballen vandaan. Ook meeuwen, reigers en kraai-achtigen kunnen braakballen produceren.


Een ransuil is vooral 's-nachts actief en jaagt op knaagdieren en rustende kleine vogels.

Vraatsporen.
Ook sporen van wat een diersoort eet kan wat vertellen over de aanwezigheid. Bij een uil kan dit de genoemde braakbal zijn. Maar een bosmuis lust wel een eikeltje, hazelnootje, dennenappel of  beukenootje. Maar ook dierlijk voedsel is hem niet vreemd, zoals slakken, spinnen, kevers en rupsen. Ook paddestoelen zijn niet veilig.
Ook eekhoorntjes zijn dol op nootjes. Door de verschillende tanden kun je onderscheiden welke diersoort er aan het dennenappeltje geknaagd heeft.
Zo zijn zwijnen goed in het omwoelen van de grond voor lekkere hapjes. Herten en reeën zijn dol op bast en knoppen van blaadjes.

Vraatsporen Foto: Robert Krampf 2011
Rechts restanten van een eekhoorn die lekker heeft gekloven op een rijpe dennenappel. Hij is helemaal ontdaan van zaden. Iedere diersoort wat een een dennenappeltje lust laat zijn sporen na en kluift het appeltje anders af. Maar wat dacht je van insecten ? Een bladmineerder is makkelijker te volgen. Deze trekt een mooi bruin streepje in het blad, zo onstaat er af en toe een kunstachtig ingewikkeld mooi sporenpatroon.

Uitwerpselen.
Onder uitwerpselen verstaan we niets anders dan poep, alhoewel braakballen natuurlijk ook een uitwerpsel is, alleen via een ander gaatje. Ook aan de hand van de vorm en inhoud van poep kun je diersoorten identificeren en (heel veel moeilijker) volgen. Ieder diersoort wat regelmatig eet, moet ook regelmatig poepen. Vogels doen alles inéén, vogels moeten licht zijn en hebben hierdoor geen ruimte voor een ingewikkeld verteringssysteem. Als je weet wat vogels eten, kun je aan de hand daarvan al snel een aantal soorten uitsluiten. Veel beter gaat het met zoogdieren, bijvoorbeeld een ree, vos, hond of een kat.

Reeën poepjes
Verschillende diersoortenpoep
Hier links zie je  de keutels van een ree. Het lijken net grote ei- vormige konijnenkeutels.
Rechts zie je een aantal verschillende poep- soorten van een kat, hond, vos, etc.


Als je de poep uitspreid zie je dat de vos ook bessen lekker vindt. Een hond krijgt gemengd voer binnen en zul je vaak ook mais aantreffen. Een kat eet voornamelijk vlees, kleine knaagdieren en vis, zo nu en dan zit daar een stukje gras tussen vanwege de haarballen.  De vos heeft een langgerekt drolletje met een typerend puntje aan het uiteinde, het lijkt net een plukje haar.

Veren.
Wat kun je zien aan veren ? Bijna alle vogels hebben een afwijkend patroon op de veren. Je kunt vaak ook een actie zien aan de hand van de veren. Een roofvogel laat bijvoorbeeld een plukplek achter als hij een prooi opgegeten heeft. Een nest zit regelmatig vol met veren zoals bij een knobbelzwaan of een eend.

Buizersveren foto roofvogels HW
Links veren van een buizerd, met een prachtige streeppatroon. Zo zijn er in het bos nog veel meer veren te vinden.

Voor het vogelspotten is een verrekijker onontbeerlijk. Buizerds maken in de lucht regelmatig katachtige geluiden en cirkelen continue op de thermiek (opwaartse luchtstromen). Het jagen gaat via een achtervolgend en stotend patroon.






Dus hup naar buiten.... sporen zoeken.

Veel plezier.

Een website met aanvullende info over het sporenzoeken van zoogdieren:
Animaltracking USSARTF

dinsdag 12 november 2013

Als je veel op reis bent, op vakantie, naar je huis, werk of lekker in de bush, merk je hoe belangrijk water is. Een mens kan maar een aantal dagen zonder. Volgens de  'Rules of 3' is dat 3 dagen zonder dat je er lichamelijke ongemakken van kan krijgen. In de praktijk ligt dit aan de persoon en de omgeving. De eerste verschijnselen kunnen al na 6-24 uur optreden. Naast een droge mond, krijg je lusteloosheid, concentratieproblemen, zelfs problemen met de motoriek. Als het water niet 'schoon' is krijg je de bekende 'race', welke vaak een ongemakkelijke winnaar kent.

Een probaat middel tegen diarree is bijvoorbeeld kruidnagelthee. Zakje met kruidnageltjes zitten standaard in mijn EHBO kit. Deze tip kreeg ik van een stel oude dames, nadat ik mijn beklag deed bij een kampvuur. Inderdaad kan ik stellen dat het een goed en compact middel is, waarvan ik inmiddels een aantal keren profijt heb gehad. Andere middeltjes zijn; Norit en Loperamide, beter bekent als Imodium.

Loperamide is een goed werkend middel bij gewone diarree, het stopt direct, echter niet altijd gewenst in geval van (voedsel)vergiftigingen. Het gebruik van 'good old' Norit is dan aan te bevelen, dit stopt niet direct de diarree maar neemt wel de oorzaak weg.

Als je het goed bekijkt is veel van ons eten eigenlijk geconcentreerd rond water. Direct of indirect. Op mijn tochten neem ik tenminste 2 liter water mee (in de rugzak). Die 2 liter water stelt mij in staat of naar een nieuwe bron te zoeken, meestal is dat gewoon een kraan, soms een rivier. Voor dat laatste is het handig een goede waterfilter aan te schaffen. Maar wat is een goede waterfilter ?  Zijn er ook andere methoden ? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden bekijken we eerst wat water uit de wildernis bevat.


Wat zit er eigenlijk in water ?
Water uit de kraan is al ontdaan van eigenlijk alle verontreinigingen. Maar ook belangrijke mineralen en zouten. Een tussenvorm is bronwater wat netjes wordt aangeleverd in een flesje en vaak al een stuk beter 'smaakt' dan het water uit de kraan. Zout water uit de zee kun je niet zomaar gebruiken en is slecht voor onze nieren door het te hoge zoutgehalte. Het water uit de zee drinkbaar maken gaat met een proces dat heet distillatie of een vorm van osmose, maar dit valt buiten de scope van het verhaal. Water uit beekjes, riviertjes, plassen zitten vol met extra's; algen, modder, insecten, visjes, bacteriën, protozoën, öcysten, bestrijdingsmiddelen en andere chemische lozingen. Niet allemaal te zien met het menselijk oog.

Dit is echter niet het geval in alle wateren, in stille afgelegen natuurgebieden of bij bronnen van stroompjes kan het water behoorlijk 'zuiver' zijn. Dan is verdere bewerking niet nodig om veilig drinkwater te krijgen anders dan door een filterdoek en koken. Helaas is dit zeer uitzonderlijk.

Een aantal van die zichtbare en onzichtbare extra's kunnen ons behoorlijk  ziek maken. Ook al is het afweermechanisme van een mens behoorlijk flexibel. Een te grote hoeveelheid ziekmakers kan het lichaam niet snel genoeg onschadelijk maken of weten onze afweermechanismen dan te omzeilen. Ook resten van ziekmakers kunnen ons lichaam nog behoorlijk ontregelen.


Welke methodes zijn er ?
Er zijn een aantal methodes om water veilig drinkbaar te maken, één is een methode die iedereen wel kent dat is koken, meestal direct de eindfase. Echter om water te ontdoen van meer 'verontreinigingen' is het nodig een aantal stappen verder te gaan. Hier een aantal methodes op een rijtje.

  • Koken (Verhitting).
  • Filteren (fijnporeuze filters).
  • Chemisch behandelen (Hadex of Betadine).
  • Bestralen (UV straling).
  • Wassen (bijvoorbeeld met ozon).

Koken.
Koken is de meest simpele vorm van "zuiveren". Zelfs hier bestaan voldoende misverstanden over. Ik hoor regelmatig getallen van 15 minuten koken. Ongeveer 98% van de ziektemakers overleeft een temperatuur meer dan 75 graden celcius niet. Je zou zelfs kunnen volstaan met een langere tijd 75 graden celcius verwarmen. Echter het probleem is hoe kun je de temperatuur simpel controleren ? Een kookpunt waarbij het water met grote bellen kookt is een makkelijke indicator. Om alles te doden (op zeeniveau) volstaat het 1 minuut lang te koken. Ga je de hoog de bergen (ongeveer 1500 meter en hoger) in dan duurt het langer, doordat het water op lagere temperatuur zal koken, maar 3 minuten is dan ruim voldoende.

Een niet onbelangrijk details is, als je water voldoende "vervuild" is met resten van bacteriën en protozoa, kun je alsnog aan de diarree raken. Dit komt echter niet vaak voor. Je lichaam zal dan de resten willen lozen, toch nog rennen dus.....

Filteren.
Filteren met een zakdoek of hoofddoek is de grove methode. Je filtert dan alle grove vervuilingen er uit. Denk dan aan insecten, takjes, plantdeeltjes, visjes, gedeeltelijk algen, etc. Fijnporeuze filters gaan een stapje verder. Zoals de naam al zegt zullen deze filters miniscule gaatjes bevatten die verontreinigingen tegenhouden. Meestal geeft een fabrikant een garantie af door middel van een certificaat. Dit certificaat garandeerd een werking zoals door de fabrikant aangekondigd. Deze garantie is meestal 99-99,9%. Waarom geen 100% zul je zeggen ?

Hieronder zie je een aantal populaire fijnporeuze-filters:

Lossevezel-filter, meestal glasvezel. Door een aantal lagen met over elkaar geweven vezel wordt een dicht netwerk gecreërd.  De vervuiling wordt vastgehouden in het vezelnetwerk. Meestal gebruikt in de 'goedkopere' waterfilters.
De Keramische-filter. Een duidelijk gelijkmatige structuur die in staat is nauwkeurig te filteren. Inmiddels is er een verbeterde generatie beschikbaar. Lange tijd was 0,2 micron de standaard.
Hollevezel-filter. Hier is een enkele vezel afgebeeld. Deze filter bestaat uit een dikke bundel van deze vezels. Ook hier een mooie gelijkmatige filter mogelijkheid. Het holle vezel type is een relatief nieuwe filter.
Weef-filter, ook van kunstvezel. Door deze microfijne weving kan er een goede filter geproduceerd worden. Ook dit type filter is vrij nieuw.







Zoals je op de foto's ziet verschillen de filters op een aantal essentiële punten. Iedere filter heeft voor- en nadelen. Hollevezel-filters zul je vrij snel moeten reinigen (zgn. backflush) na gebruik, net zoals een Lossevezel-filter. Een waterfilter mag ook niet bevriezen, anders ontstaan er scheurtjes in de filter waardoor de werking niet meer gegarandeerd is.

Katadyn waterfilter doorsnede

De nieuwere filters zijn op dit moment rond de 0,1 micron. 0,2 micron is nog steeds een filter die ruim voldoende is. Sawyer schijnt een filter te hebben op 0,02 micron. Echter deze is in Nederland op dit moment van schrijven nog niet verkrijgbaar. Ook is niet duidelijk of deze claim werkelijk klopt. Aangeraden wordt een filter van tenminste 1 micron (WHO aanbeveling) of voor combinatie zuivering tenminste 3 micron (met een nabehandeling).

Daarnaast zijn bacteriën niet netjes rond en kunnen door een zuig- en persbewegingen tijdelijk vervormen. Hierdoor is het onmogelijk om een 100% garantie af te geven.

De mix van bacteriën en protozoa

Wat is nu een goede filter ? Er zijn een aantal factoren waar mee rekening moet worden gehouden; bacteriën, protozoa en öcysten. Waar je met goede voorfilters al een heleboel kunt tegenhouden, slippen er nog genoeg kleine vervelende vervuilingen door. Deze variëren van 0,005 micron tot 50 micron. Het allerkleinst zijn virussen, deze kunnen door geen één filter worden tegengehouden. Daarnaast hebben ze een gastheer nodig om gevaarlijk te worden, filteren op virussen heeft dus geen zin. Bacteriën en protozoa kunnen veel meer schade aanrichten in ons menselijk lichaam.

Een lijstje met de meest belangrijke listige virussen, protozoa en bacteriën:

Hepatitus A (Virus) - Besmetting via voedsel of besmet water. 0,005-0,1 micron.

Escherichia coli (E.Coli) - Besmetting via rauw vlees, sinds kort kiemgroenten of besmet water/vocht. Indien de E.coli bacterie voorkomt in water, betekent het dus dat het water vervuild is met ontlasting. Dit komt zelfs in Nederland regelmatig voor. 0,6-1,9 micron.

Leptospirose (ziekte van Weil) is een bacteriële ziekte die zowel bij mensen als dieren voorkomt. Leptospirose wordt veroorzaakt door Leptospira, een bacterie die voorkomt in de urine van geïnfecteerde dieren en mensen. Oppervlaktewater kan besmet zijn met leptospiren. Ze komen het lichaam binnen via sneetjes in de huid en schaafplekken en via de slijmvliezen van de ogen, neus en mond. 0,2-0,3 micron.

Vibrio Cholerae (Cholera) - Deze bacterie kan in het lichaam terechtkomen door het drinken van water of eten van besmet voedsel. Water kan besmet worden via de faeces en het braaksel van een ge?nfecteerd persoon of dier. Cholerabacteriën komen ook voor in brak water en kustwateren en in de schelpdieren die daarin voorkomen. Door temperatuurstijging van oppervlakte water steeds vaker voor in Nederland. 0,2-0,5 micron

Entamoeba histolutica (Amoebencolitus) - Mensen die geinfecteerd zijn scheiden de parasiet als cyste via de ontlasting uit. Besmetting vindt plaats door het drinken van besmet water, slechte hygiëne en voedsel. De parasiet ontwikkelt zich in de darmen. Als cyste is de parasiet resistent tegen desinfectie met chloor. 5-50 micron.

Campylobacter - De ziekte wordt veroorzaakt door de Campylobacter bacterie, die gevonden wordt in dieren, zoals vogels (kippen), runderen, varkens, honden, katten schildpadden en zelfs vliegen. Verspreidt zich via voedsel, oppervlakte- en drinkwater.Soms resistent tegen antibiotica. 0.5-2 micron.

Salmonella Typhi (Buiktyfus) - Er zijn verschillende soorten Salmonellabacteriën, Typhi en Enteriditis komen het meeste voor. Sommige Salmonellabacteriën zijn resistent geworden tegen antibiotica en/of chloor. De bacteriën komen voor in de darmen van mensen en dieren, waaronder vogels en reptielen en worden verspreid via de ontlasting. 0,2-0,5 micron.

Cryptosporidium parvum - Parasitaire protozoa die een maagdarminfectie kunnen veroorzaken bij de mens. Infectie via dieren. Verspreiding via faces (ontlasting) in oppervlakte water en drinkwater. Bestand tegen ontsmetting met o.a. chloor in het öcystenstadium (ingekapselde eicel), maar niet tegen verhitting. 5-8 micron.

Giardia duodenalism - Parasitaire protozoa die een maagdarminfectie kunnen veroorzaken bij de mens. Infectie via (water)knaagdieren. Verspreiding via faces (ontlasting) in oppervlakte water en drinkwater. Bestand tegen ontsmetting met o.a. chloor in het öcystenstadium (ingekapselde eicel), maar niet tegen verhitting. 5-8 micron.

Giardia lamblia - De cysten worden aangetroffen in het oppervlaktewater en in het drinkwater waar de sanitaire omstandigheden minder gunstig zijn. De besmetting wordt overgebracht via fecaal verontreinigd water en voedsel, onder andere salades, fruit en ijs. Bestand tegen ontsmetting met o.a. chloor in het oöcystenstadium (ingekapselde eicel), maar niet tegen verhitting. 5-8 micron.

Toxoplasma gondii - De kat is de eindgastheer; varkens, schapen, runderen, maar ook de mens fungeren als tussengastheer. In het darmkanaal van (hoofdzakelijk) jonge katten die geïnfecteerd zijn, worden öcysten (ingekapselde, bevruchte eicellen) gevormd die met de feces worden uitgescheiden. Besmetting via rauw vlees of ongewassen groente. In de natuur vooral in kleine poeltjes en vochtige plekken, kunnen de öcysten lange tijd in leven blijven. 0,5 micron.


Chemisch behandelen.
Het behandelen van water met chemicaliën is een bijzonder effectieve methode.
2 producten springen er min of meer uit; chloorpreparaten en betadine. Chemisch behandelen vereist wel een aantal basisregels;

  • Temperatuur gevoelig, standaard wordt uitgegaan van 20 graden celsius. Een lagere temperatuur heeft een langere behandeling nodig.
  • Mens en dier kunnen een allergie hebben tegen deze chemicaliën.
  • Hoe groter de vervuiling des te langer is de ontsmettingstijd.
  • Kan ook reageren met metalen.
  • Bijzondere gebruiksvoorschriften.

Bekende merken zoals Hadex (vloeibaar, uit de scheepvaart),Oasis (pillen) en Aquamira (pillen) vallen onder de chloorpreparaten, chloor werkt in op de celwand en de dna-stuctuur. Hierdoor sterven bacteriën, algen, virussen en protozoa vrij snel (ongeveer 20-40 minuten). Inmiddels zijn er wel een aantal bacteriën en protozoa verhoogd resistent. Zoals cryptosporidium, giardia en in mindere mate salmonella. Volg nauwkeurig de aanwijzingen van de fabrikant. Ook gewoon huishoud-bleek is te gebruiken, 2-3 druppels per liter is voldoende bij helder water. Let dan op het werkzame bestandsdeel natriumhypochloriet (tenminste 5%).

Een betadine-oplossing is een ander product, echter een aantal waarschuwingen zijn belangrijk. Niet gebruiken bij een jodium-allergie, indien zwanger en in aluminium pannen en potten. Aluminium reageert met jodium dat de werking sterk afneemt. Betadine of jodiumoplossingen zijn in Nederland een beetje in de vergetelheid geraakt. Hadex voldoet in bijna alle gevallen. Ook hier geldt lees de aanwijzingen van de fabrikant. Normaal is dit 1-2 druppels per liter en ongeveer 20-30 minuten wachten. Een foefje is om vitamine C pillen op te lossen om de smaak van jodium af te zwakken, echter doe dit pas na 40 minuten. Vitamine C heeft namelijk ook invloed op de ontsmettende werking.
Betadine of jodium heeft een sterkere werking dan chloor.

Kaliumpermagnaat is een ander middel, echter dit wordt nauwelijks nog gebruikt om water te zuiveren. Ook zijn er nog jodium-kristallen, deze kristallen dien te worden opgelost in water volgens voorschrift.

Het chemisch (na)behandelen is ideaal in combinatie met een waterfilter die groter is dan 1 micron en bij voorkeur is voorzien van een carbon-hulpstof. Carbon helpt de scherp chemische smaak te verminderen.

Soms wordt een filter aangevuld met zilverionen-houdende stof, zilverionen remmen alleen de bacteriële groei en doden geen bacteriën of protozoa!

Hoe werkt Carbon en wat doet het ?
Carbon is niets anders dan koolstof. Koolstof heeft het vermogen om stoffen te binden en te absorberen. Door het te binden kan koolstof chemicaliën onschadelijk maken. Helaas niet alle chemicaliën! Hoger complexe chemicaliën kun je alleen afbreken via verbranding, het zogenaamde kraken, de meeste middel- en lage complexe chemicaliën, zoals zware metalen, kun je binden of absorberen met koolstof. Active-Carbon is een veel genoemd onderdeel van een waterfilter. Active-Carbon is niets anders dan geoptimaliseerde koolstof via een aantal toevoegingen en bewerkingen. Iedere waterfilterfabrikant doet er een beetje geheimzinnig over hoe de filters zijn opgebouwd, wat ze kunnen en welke bewerkingen worden uitgevoerd bij active-carbon. Het meeste gebruikte ingrediënt is kokosnootschillen. Deze worden vooral gewonnen op plantages in de Filipijnen, Maleisië, Indonesië en Thailand. Kokosnootschillen zijn makkelijk te verwerken en geven het beste resultaat om active-carbon te maken. Er is wereldwijd een productie van 1,5 miljoen ton aan geoptimaliseerde koolstof per jaar (2013).

Hier rechts is een plaatje te zien wat active-carbon doet. Het absorbeert en bindt de vervuiling welke gevoelig is om te reageren met koolstof.

De vervuiling wordt opgenomen in de poriën van de korrels of ringvorm die in binnen in de filterkern zit. active-carbon is geoptimaliseerd om vervuiling langdurig op te kunnen nemen. Ook in active-carbon zijn verschillende graduaties kwa absorptie vermogen en fijnheid.

Een nieuwe technologie is nano-carbon, deze koolstof heeft een andere bewerking ondergaan en is volgens een aantal producenten nog beter in het opnemen van vervuilende stoffen.

Links ziet u op microniveau een stukje nano-carbon. In plaats van poriën bestaat het carbon vooral uit gesleufde blokken of antennes. Hierdoor is er meer oppervlakte wat de vervuiling kan binden of absorberen.
Deze technologie is slechts een paar jaar oud. Vooralsnog blijkt nano-carbon prima te werken en is misschien zelfs iets beter als active-carbon.


Bestralen met UV.
Het bestralen met UV is een vrij nieuwe techniek. Verscheidene fabrikanten zoals Steripen ontwikkelde een uv-lamp in een dikke pen die een hoeveelheid uv licht verspreidt in een klein gebied. Deze pen werkt op batterijen en kan ongeveer 200 liter bestralen op 1 set batterijen. Eerst dient men een fles water door een voorfilter te filteren, welke al veel deeltjes er uit filtert. Met een roerende beweging in de fles wordt binnen een aantal minuten een schoonmaakcyclus afgerond. Hoe groter de vervuiling is, des te langer dient men de cyclus te laten duren. Water met vrij veel algen heeft aanzienlijk meer straling nodig om "schoongemaakt" te worden.
(Vergeet uw extra set batterijen niet !)

Een andere methode is met behulp van een petfles. Deze dient men dan een aantal uren in de volle zon te leggen. UV staling kan door de kunstof heen. Helaas werkt dit alleen met petflessen. Is het water troebel dan dient men aanzienlijk meer tijd te nemen.

UV wordt al lang gebruikt door ziekenhuizen en waterleidingbedrijven om water te steriliseren. Het is op grote schaal een goede methode. Met behulp van speciale filters wordt het water optimaal aangeleverd om langs grote bakken met uv licht te worden geleid. Op de schaal van een dikke pen, geef ik persoonlijk de voorkeur aan een goede filter. Alleen al omdat je een set batterijen nodig hebt, welke ongetwijfeld na een koude nacht een stuk minder goed werken.

Wassen.
Het wassen van water met gassen wordt alleen op grote schaal gedaan door waterleidingbedrijven. Dit wordt vooral gedaan met ozon. Hier zijn grote installaties met speciaal reinigende trajecten voor nodig die vrij goed moeten aansluiten. Het resultaat is echter prima schoon water.


Afsluiting.
Hopelijk weet u nu iets meer van het maken van zuiver water, immers zuiver water zorgt voor een heerlijk bakkie zuivere koffie. Maar zuivere koffie is nog geen zuiver water. (Thee mag natuurlijk ook :-) )


TIP: Maak uw waterfilter regelmatig schoon, controleer de werking en berg de waterfilter droog en schoon op (ook de slangetjes). Bij koud weer de gebruikte waterfilter beschermen tegen vorst. Iedere waterfilter hoort een logboek te hebben.

Bekende waterfiltermerken zijn:
Katadyn, MSR, Aquamira, Pura, Lifestraw, Lifesaver, Sawyer.

Veel succes met uw keuze,

The Trailtraveller.


Alle geplaatste foto's zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar, deze zijn gebruikt in een educatieve context.





maandag 14 oktober 2013

Een mes in bushcraft is een belangrijk stuk gereedschap. Vanzelfsprekend moet deze altijd scherp zijn. Botte messen zijn gevaarlijke messen. Bij het gebruik van scherp gereedschap is altijd een instructie omtrent de veiligheid zeer aan te bevelen. Een snee in de vingers is klein leed, maar een snee in de bovenbenen kan zeer gevaarlijk zijn.



Op het plaatje hierboven zie je de loop van de belangrijke aderen. Aan de binnenkant van het dijbeen (lies) de Arteria femoralis (mooi scrabble woord).
Op de armen Arteria radialis en Arteria brachialis (driedubbele woordwaarde).
Veel mensen die met een mes snijden, houden het werkstuk op de bovenbenen (de driehoeks-gevarenzone, lopende van het kruis naar beide knieën) en bewerken dit met het mes. Een ander veelgemaakte fout is het werkstuk op de onderarm leggen en vasthouden of tegen de buik aan en met een verkeerde houding snijden komt ook regelmatig voor.

Als het mes uitschiet is het leed niet te overzien, vooral niet als je alleen in het bos bezig bent. Hoe leg je dan snel een tourniquet om een slagaderlijke bloeding te stoppen? Daar zijn speciale klemmen voor (OHT modules - One Handed Tourniquet) maar vallen buiten de scope van dit artikel.

Met een correcte snijtechniek en veiligheidsinzichten kunt u het risico naar bijna nul terugbrengen. Hieronder geef ik u een aantal regels voor het veilig omgaan met een mes:

  • Mes mee is EHBO-kit (FAK) mee (op de man).
  • Een goed scherp mes is veiliger dan een bot mes. Er is immers minder kracht nodig, hierdoor is de kans op uit- of doorschieten veel minder groot.
  • Zorg voor een ruime veilige werkruimte. Je kunt deze bepalen door een gestrekte arm uit te steken, als een cirkel om je heen en niemand te raken. Indien iemand in de werkcirkel komt, stop je direct met werken en doe je het mes in de schede.
  • Snij alleen aan je werkstuk met volle aandacht.
  • Indien men vermoeid is geen mes gebruiken.
  • Indien de avond valt (dus al met schemer) is het zicht minder, geen mes gebruiken.
  • Snij nooit aan je werkstuk als deze op een lichaamsdeel rust. Bijvoorbeeld op de dijen. In de dijen lopen een belangrijke slagaderen en -spieren. Indien je deze niet kan afknijpen ben je binnen 4-5 minuten klaar.
  • Stel vast waar het mes naar toe kan gaan indien je uitschiet voordat je de snee inzet, controleer of er geen lichaamsdelen geraakt kunnen worden.
  • In zittende houding, plaats de ellebogen op de knieën met snijden en zet de onderbenen stevig rechtop (dus niet naar binnen !).
  • Laat je mes niet rondslingeren, niet (direct) gebruiken is altijd terug op in de schede aan de gordel of om de nek. Vermijdt lopen met een mes in je hand. Je kunt het verliezen, iemand kan er op gaan staan of per ongeluk tegenaan stoten.
  • Pak een schede niet rondom beet indien je het mes eruit trekt. Zelfs bij een kunststofschede kan een goed scherp mes door de schede heen snijden. Pak deze dus aan de platte kant van de schede beet, met de snijkant van de hand af.
  • Het aan- of doorgeven van een mes gebeurt of in de schede of met het scherp naar boven en naar de aangever toe liggend op de hand tussen duim en wijsvinger. Zodat de aangever zich niet snijdt (rug van het mes op de hand) en de ontvanger het handsvat pakt. Zorg eerst voor oogcontact!
  • Houdt een mes altijd stevig vast. Niet los in de hand, het mes kan vallen ! De duim gehaakt over de vingers.
  • Houdt het mes met het scherp in de lengte richting van de onderarm met een rechte pols. Dit is de beste manier om kracht te kunnen zetten en het meest comfortabel, het hele lichaam kan dan gebruikt worden om kracht te zetten. Snijden vanuit de pols alleen om het mes te ondersteunen of lichte snijwerkzaamheden.
  • Vermijdt hameren op de achterkant van een mes om de punt in het hout te krijgen.

De lijst is veelal voorzien van logische regels. We gaan verder met een aantal snijtechnieken die naast veilig zeer efficiënt werken.

Snijtechnieken:
  • Straight arm cut - Rechte greep, een snede met een gestrekte of licht gebogen arm van het lichaam af. Je houdt het mes als het ware stil en trekt het hout langs het mes.
  • Reverse grip and Chestlever grip - Tegengestelde greep, het mes is recht tegengesteld in de hand. Voor een borsthefwerking met de schouderrugspieren. (Chestlever) is het verstandig om je duim op de platte kant van het mes te houden. Je houdt het mes stil, onderkant van de hand die het mes goed vasthoudt tegen de borst en trekt het hout langs het mes.
  • Knee cut – de achterkant van het mes in de holte van de staande knie met de punt van het mes naar de binnenkant van de benen. Trek het hout langs het scherp. Voor een aantal mensen zal dit ongemakkelijk zijn, als de rug van het mes te hard in de holte wordt getrokken.
  • Stop cut and Push cut – Wiebel het scherp op de tak totdat deze 2-3mm in het hout snijdt, vervolgens van de zijkant insnijden. Het insnijden gebeurt door het mes niet te hard vast te houden en met de duim te duwen op de rug van het mes nabij de punt. Dit is met name voor het fijnere werk.
  • Sqeeze cut – Is met het mes naar de duim te snijden, echter zijwaarts naast de duim, de duim ondersteunt de tak en het mes geklemt in de vingers. Er is een korte en fijne snij actie, einde van een tak wordt dit veel gebruikt.
  • Drill cut – Grootste fout is het hout in de hand te houden/op het been te leggen. Leg de tak/stam op de grond of tegen een hard oppervlakte zoals een boom. Pak het mes in de lengte goed beet en ondersteun het blad op de zij met de duim, tegen de rug aan (of ver weg van het scherp). Draai gecontroleerd en rustig. Niet te dicht bij het been, arm of vingers.


Extra tips:
  • Een dikkere tak kun je makkelijker snijden door deze te buigen en onderspanning te brengen. De vezels worden gespannen en zijn dan makkelijker door te snijden. Dit gaat meestal met een wiebelsnij-actie met een gestrekte arm. Hierdoor kun je je lichaamsgewicht achter het mes zetten.
  • Dikke takken kun je netjes breken door middel van rondom stop- and push cuts voor een aantal mm diep. Je creëert een zwakke plek welke sneller breekt als de rest van de tak.
  • Snij voor het batonnen van hout eerst een wig, als je (enige) mes vast komt te zitten kun je deze éénvoudig vrijmaken door de wig in de split te slaan.
  • Berg een mes schoon en scherp op. Als je goed voor je gereedschap zorgt, zorgt het gereedschap ook voor jou.

De Try-stick (korte versie).

De try-stick is een uitvinding van Mors Kochanski, één van de moderne vaderen van het bushcraft uit Canada. Waarom modern? Omdat bushcraft al duizenden jaren oud is.
Het doel was om snijtechnieken te oefenen en je mes te leren kennen. Ieder mes met een andere vorm heeft andere plus- en minpunten. Door middel van deze snij-oefening creeër je mucle-memory, inzicht in het snijden en vooral hoe jezelf niet te snijden.
Als houtsoort kan ik hazelaar of wilg aanbevelen. Dit is een houtsoort die zich aardig laat snijden. Eiken is simpelweg te hard, zeker voor de beginnende oefenaar. De houtchips kun je bewaren voor een kampvuur. Een andere oefening is het maken van een featherstick. Deze delicate oefening leert je met het mes te 'voelen' hoe het scherp door het hout gaat.
Maar nu verder met de try-stick, de cuts en notches zijn als volgt:


1 - Trimmed End (Tegen splijten)
2 -  V-Notch
3 - Diameter reduction (Rond)
4 - Mitred Lapped Notch (aka Wedge Notch)
5 - Latch Notch (Deadfall trap)
6 - Straight (Square) Notch (Packframe constructie/Deadfall)
7 - Cross Notch (Contruction)
8 - Pothook Notch (Rond)
9 - Squared Cut Notch.
10 - Stretched Round Notch (Packframe constructie)



Indien u dit artikel wilt gebruiken voor een workshop, dan vraag ik u deze in zijn geheel inclusief naamsvermelding aan te bieden.


Rody Klop - Trailtraveller Bushcraft. Copyright 2013.




zaterdag 31 augustus 2013

Bushcraft is een verschrikkelijk leuke bezigheid. Het is echter een bezigheid waarbij veel verschillende activiteiten en kennis samenkomt. Kortom je raakt nooit uitgeleerd. De één vindt eetbare planten een leuk item, de ander leerbewerken. Misschien iets meer met houtsnijwerk ? Geen probleem al dit soort dingen kunnen onder de paraplu die bushcraft heet. Oude ambachten komen terug in hun glorie.

Nu kun je stellen dat er teveel onder deze paraplu wordt geschoven, dat is misschien waar. Aan de andere kant hebben vele oude ambachten en bezigheden wel een link naar het verleden toen bushcraft (zelfs nu nog) de dagelijkse gang van (over)leven was. Toen bushcraften heel gewoon was....

Zoals de bovenstaande tekst al een beetje aangaf was je dus de gehele dag bezig om je kostje en het voortbestaan te garanderen. Het principe jager-verzamelaar wordt terecht gekoppeld als peiler voor de bushcraft. In de moderne tijd hebben we gelukkig tijdbesparende middelen; tarp, kleding, goed mes, vuurmakers en niet te vergeten kant en klaar voedsel.

Stel je voor dat je deze moderne middelen niet tot je beschikking zou hebben ? Struinen is dan de voornaamste bezigheid, op zoek naar materialen of voedsel voor je tocht of verblijf. Dan is de natuur niet zo'n rustgevende plek zoals lekker onder je tarp genieten van een bakkie koffie en lekker koken op een houtvuurtje. Het romantische ideaalbeeld verdwijnt als sneeuw voor de zon.

Verzamelen on-the-go is de meest efficiënte methode van plukken of -verzamelen onderweg. Je hoeft dan niet meer zo lang apart te gaan zoeken en dit scheelt behoorlijk wat tijd. Hout voor een vuurtje is meestal wel aanwezig. Maar denk eens aan materiaal voor tondel (zoals brokken hars of vellen berkenbast), eten zoals bessen, zevenblad, verse toppen van een brandnetel. Stenen te gebruiken als slijpsteen of als munitie. Mooi stuk hout voor een katapult. Stukken bast om te verwerken tot touw. Burl voor het snijden van een kuksa.

Snapsack foto: KarlRobinson
Het verbaasd mij niet dat de oude bushcrafters en  militairen een verzameltas (haversack of pukkel oorspronkelijk voor o.a. het vervoeren van graan of broodkoeken) hebben, waarbij alle vondsten van onderweg makkelijk in kan worden bewaard. Mocht je nog een oude canvas tas met lange schouderband hebben liggen dan voldoet deze vaak prima.
 
Tegenwoordig kunnen we ook een side-pouch gebruiken zoals de Maxpedition-Roly Poly. Of het zelf maken van een pouch van oud bankstelleer.

Het nadeel van verzamelen on-the-go is dat het landschap dicteert wat, naast de hoeveelheid, jij kan verzamelen of -eten. Dit is ook de reden waarom in vroeger tijden houdbaar voedsel werd meegenomen.

Dan kom je automatisch in een ander stukje van de bushcraft, het houdbaar maken van voedel...


Dus naar buiten... verzamelen van nuttige dingen of leuke vondsten onderweg.


maandag 19 augustus 2013

Dit is een ode aan spam oftwel luncheonmeat. Luncheonmeat is een ideaal stukje geperst vlees in een blik. Veelzijdig en simpel. Toch wordt vaak gekozen voor een (vaak ook lekker) droogzakje. Maar niets, althans in mijn ogen, verslaat het zelf kokkerellen in de bush. Het koken van water en een droogzak vullen, 20 minuten wachten is voor mij meestal iets te simpel.

Het combineren met eetbare planten is al een stuk beter en een prima begin om eetbare planten te herkennen. Neem een goede veldgids mee en je komt een heel eind.

Terug naar de spam (luncheonmeat), in 1937 begon Hormel Food Corperation in de V.S. met dit stuk vlees in blik. Door gemalen schouderham te combineren met water, zout, aardappelmeel en sodium nitraat om te conserveren. De blikken zijn redelijk licht en voorzien van ongeveer 300 gram vlees. Neem de blikken met een treksluiting, dat scheelt onhandig wiebelen met een blikopener. In Nederland werd luncheonmeat na de 2e wereldoorlog gemaakt door Zwanenberg (Zwan). Het blikje werd door de Amerikaanse soldaten geïntroduceerd in Europa en werd een blijvertje. Europa had behoefte aan veelzijdig vlees wat simpel bewaard kon worden.





Met de kaasschaaf plakjes snijden en op brood. Of blokjes door de macaroni, schijven bakken als hamburger of als chinees...chinees ?? Ehh... juist. Outdoor Chinees. Dus ook in het bos tijd voor de chinese keuken.

Benodigdheden:  billy-can en eventueel een pannetje om te bakken, een lepel en een scherp mes. Hete kooltjes van het houtvuur om op te koken.

Het recept:


  • 1 blik spam (luncheonmeat)
  • 3 eetlepels olie
  • snuf peper
  • zout naar smaak (ik voeg geen zout toe persoonlijk)
  • 1 lombokje
  • 1 teen knoflook
  • 1 groene paprika
  • 1 ui
  • 1 pakje zoet-zure saus
  • water (zie pakje zoet-zuur)
  • 2 kopjes snelkookrijst
Zet alvast de rijst op, kijk op het pak voor de kookvoorschriften. Snij de spam in blokjes, uien iets wat grof, de paprika in blokjes. De lombok ontdoen van de zaadjes en snijdt deze in fijne ringetjes. (Tip: niet in je ogen wrijven). Kneus de knoflook, ontdoe deze van het schilletje en snij het teentje fijn.  Giet de rijst af en zet deze opzij. Pannetje of billy-can op het vuur met de olie, bak nu de blokjes spam lichtbruin aan. Uien en paprika, peper en lombokringetjes erbij en regelmatig roeren. Haal de pan of billy-can van de kooltjes. Gooi de inhoud van de zoet-zure saus erbij. Blijf even roeren en na 20 seconden de aangegeven hoeveelheid water. Blijf roeren tot de saus gebonden is. Warm de saus eventueel op.

Gooi wat rijst op je bord of in de messtin. Paar lepels spam met zoet-zure saus op de rijst en smullen maar. Na het sprokkelen en hakken is dit de lekkere oosterse maaltijd die je doet likkebaarden.

Natuurlijk kun je de maaltijd aanvullen met wat zevenblad, zelfs het toevoegen van zoete bramen is een optie.


Dus naar buiten... outdoor chinees maken.

woensdag 29 mei 2013

Paddestoelen zoeken is soms als een quest, zeg maar gerust een expeditie. Ik heb een hele lijst met paddestoelen die ik graag een keer wil fotograferen. Helaas komen paddestoelen niet op commando naar boven. Er zijn wel wat regels, zoals een opgewarmde grond, het juiste grondtype, de goede bomen en voldoende regen. Maar verder is het gokken en op gevoel.

Deze keer een dagje vrij..dus op jacht naar de voorjaarspronkridder. De voorjaarspronkridder (3x woordwaarde) is een eetbare paddestoel, met een redelijk eenvoudig te determineren voorkomen. Plopt uit de grond zo rond april-mei en is lid van de orde van anekdotes. Eerst wat sleutels van deze hoffelijke paddestoel:


  • Te vinden in weilanden, bermen, bosranden en onder heggen.
  • De hoed heeft een doorsnede van 5-10 cm en is half bolrond tot vlak met een golvende rand.
  • De hoedkleur varieert van wit tot licht geelbruinachtig in het centrum van de hoed.
  • De steel is 4 tot 7cm hoog en 1-2 cm dik. 
  • De kleur van de steel is wit.
  • De lamellen zitten zeer dicht opeen en zijn wit en bevatten witte sporen. 
  • De smaak is meelachtig. 

Foto van Wikipedia.
We weten waar we naar moeten zoeken, dus jas aan, rugtas mee en de deur achter ons in het slot.

Een wandelingetje is altijd lekker. De vorige dagen volop zon en hierna voldoende vochtige nachten.De geur van nat humus trekt door het wandelgebied, een goed voorteken !



De laantjes door, goed kijken naar links en naar rechts...

Oeps ik word ingehaald door een grasmaaivoetuig op het wandelpad. Dat belooft niet veel goeds. Dadelijk zie ik alleen nog voorgesneden plakjes. Na eental minuten loop ik langs het hertenkamp het park in. Zo te zien hebben ze hier nog niet gemaaid. Lopende langs het water zie ik een meerkoet door het gras lopen. Deze meerkoet heeft kaplaarzen aan, althans dit schiet bij mij te binnen bij het zien van de ietswat grijzige verdikkingen aan de poten. Verderop in het water zijn een paartje futen de jongen aan het voeren.

Een jonge fuut zwemt naast de ouders en de hele jonge kroost zit veilig op de rug. Samen verzorgen ze de jongen en verdelen netjes de taken. Futen hebben een uitgebreid baltsgedrag. Wat zeer vermakelijk is om naar te kijken.

Goed.. tijd om verder te gaan. Het pad loop ik verder af, kruis het fietspad en daar zie ik wat wits in de stuiken. Dat zou mooi zijn. Eenmaal dichterbij zie ik inderdaad een hoopje wat hoopgevend is. Met grote passen stap ik op het witte hoopje af.

Zakdoekzwam
Naaahhh.. een zakdoek, weer zo'n bekende zakdoekzwam. In een straal van 30 meter ligt het vol met zakdoekjes. Maar goed, het pad is nog lang, dus vol goede moed naar het volgende gedeelte van het park.


Op bepaalde plekken in dit park staat het met september en oktober vol met paddestoelen. Helaas zag ik niets wat uberhaupt in de buurt kwam van een paddestoel.

Bij de splitsing wist ik nog een plek waar daslook voorkomt, eens kijken of hier nog wat van bloeit. Daslook moet je spaarzaam gebruiken in een gerecht, want het is al snel overheersend. Er zijn een aantal gerechten waar daslook een heerlijke toevoeging is. Misschien iets voor een volgende keer.

Daslook bloemen
Prachtige lelie-achtige bladeren, het is niet voor niets dat ze soms verwisseld worden met het lelietje-van-dalen, welke giftig is. De bloemen zijn echter totaal verschillend, ook de aanhechting van het blad is anders.
Ze staan nog steeds op de lijst van beschermde planten, gelukkig niet meer op de rode lijst. De plant is mijnsinziens bezig met een goede comeback.

Nu langs wat bosranden, echter ook hier geen voorjaarspronkridder. Verderop steekt er iets boven het korte gras uit. Schrale troost, het is wel een paddestoel. Maar niet wat ik zocht....

De quest naar de voorjaarspronkridder duurt voort, warmer edoch regenachtig weer voorspeelt. Beter kun je je niet wensen toch ?

Dus naar buiten... voorjaarpronkridders zoeken.

vrijdag 10 mei 2013

De schijf van 5, wie kent dit niet ? Zo niet, dan even een korte beschijving. De schijf van 5 was een onderdeel over gezond eten. Eten werd verdeeld in 5 onderdelen die je dagelijks zou moeten eten voor een gezonde levensstijl.

Voor bushcraft kun je dit ook zo indelen, echter zijn dit 5 tips die het bushcraften een stuk makkelijker maken. Die 5 tips kunnen echter van alles zijn, voor het maken van vuur tot de uitrusting, eetbare planten, paddestoelen, weetjes of feitjes.

De bushcraft schijf van 5 beschijf ik op een forum van Tornak Bushcraft. Hierop schrijf ik (en iedereen die wat toe te voegen heeft) iedere week een nieuwe schijf van 5.

Te vinden op URL:  tornakbushcraft.forum2go.nl

Hier kunt u praktische vragen stellen over diverse bushcraftgerelateerde onderwerpen. Het is een openbaar forum, u hoeft dus geen cursus te volgen of gevolgd te hebben. Wellicht interessant.


16e Bushcraftweekend te Hoenderloo.


Afgelopen 26-28 april 2013 was het 16e Bushcraftweekend te Hoenderloo. Wat was het weer een fantastische editie. Met 40 workshops, speciale gast Willow (ex Woodlore - Ray Mears) 5 winkeliers met speciale aanbiedingen en niet te vergeten bijna 200 deelnemers. Onder een gemoedelijke sfeer vonden gelijkgestemden elkaar weer om kennis te delen. Ik kan niet genoeg benadrukken wat een unieke bijeenkomst dit is. Van eetbare planten tot vuurmaken, uitrustingsadviezen tot broodbakken.



Workshop looien van een zalmhuid

Voorbereiden van een wildstoofpot

 Workshop lepel snijden

 Ook de kinderen komen ruim aan bod

De vuurboog, altijd even spannend

Knopen, een handig onderdeel

Een 5-tal winkeliers met speciale aanbiedingen

In het najaar is er weer een bushcraftweekend, deze wordt 2 maal per jaar gehouden. Soms is er een wintereditie, hiervoor moet u wel uw uitrusting aanpassen vanwege de temperatuur. Kijk op www.stichtingbushcraft.nl voor de volgende editie


Dus naar buiten... bushcraften!







zaterdag 13 april 2013


Veel bushcrafters hebben last van het crea-bea virus, dat betekent vaak zelf knutselen. Waar een groep bushcrafters zelf messen maakt (smeden), zijn er ook veel bushcrafters die aan de slag gaan met met stoffen en/of leer. Zelf je uitrusting maken geeft een gevoel van voldoening. Leerbewerken is verslavend, maar geeft ook rust. 2x meten en 1x snijden is een gouden regel (goed onthouden). Het is zeker geen goedkope hobby (welke wel?) en niet erg vergevingsgezind bij fouten.

U kunt al beginnen met een minimale uitrusting; wat zadelmakersnaalden, een els (soort priem), goed stanleymes, tang, een groefsnijder, sterk draad, snijmat en een metalen lineaal.

Hier op de foto ziet u wat gereedschap. Linksboven een groefsnijder, een tang met platte bek, een els en een vork. Achter het tasje ligt een polijstwiel voor de randen.
Rechts ziet u een project in wording. Het tasje is uitgesneden en de rand is voorzien van een versiering (lacing). Met de els worden gaten gestoken voor de riemlussen. Gebruik altijd een snijmat of -blok voor dit soort werkzaamheden. Bij deze tas is het leer pigskin (dit leer heeft kenmerkend gegroepeerde gaatjes aan de binnenkant).
Op deze foto links zijn we weer een stap verder, de onderdelen worden in elkaar gezet en er onstaat al zichtbaar een tas. De lacing dient als versiersel en gelijk als draad om de onderdelen bij elkaar te houden. Met gewaxte garen naai ik de riemlussen op de juiste plek.
Het binnenwerk is klaar. Let goed op de juiste volgorde van het in elkaar zetten. De voorkant van de tas wordt ingeregen met de lacing. In het midden is de bevestiging voor het slotje klaar, deze zit aan de binnenkant waar je later zeer moeilijk bij komt. Tijdens het rijgen komt er steeds meer kracht op de tas te staan. Door de tas te masseren komt deze steeds beter in vorm. Ronde hoeken aan de onderkant geven trekkingen in het leer. Het tussenstuk is dan ook niet recht, maar aflopend naar binnen. Hierdoor verminder je deze krachten in het tussenstuk.
Dit is het eindresultaat ! Na een boswandeling nog even het houtje gesneden voor het slotje. Het houtje is gebrand en heeft een nachtje in de olijfolie gelegen.







In winkels zoals BoomsmaStrieder of Brisa (Finland) kunt u terecht voor een arsenaal aan gereedschap en natuurlijk het leer zelf.
Tandy Leather Shop is ook een winkel met een volledig assortiment, echter niet goedkoop. Mocht u het gewoon een keer willen proberen dan kunt u tweedehands leer verzamelen (denk aan oude tassen of een bankstel), of duiken in de graaibak bij de lokale lederwarenhandel. Ook op de vrijmarkt kunt u op zoek naar oude tassen of zelfs gereedschap.
 
Happy leathering !




zondag 17 maart 2013

De lente begint en er komen plotseling van die mooie roze bloemen op steel op lang de waterkant. Ik zie nog geen bladeren, die komen kennelijk later pas. Die bladeren kunnen aardig groot worden en zijn in de vorm van een paardehoef.
Zie zo, groot hoefblad is de naam. Waterkanten staan er vol mee in Nederland, in België ook. Zoals veel planten in de natuur is ook groot hoefblad een bijzondere plant. Groot hoefblad is tweehuizig en alleen de vrouwlijke bevatten nectar.

De plant geeft een mooi aanzien op de waterkant. Schitterende bloemen op een aar en die volle grote bladeren. Toch is de bijnaam 'allemansverdriet', de wortelstokken zijn wat minder fraai en zeer moeilijk te verwijderen. Veel waterbeheerders zien de plant dan ook als een plaag.



Maar groot hoefblad is meer dan een plaag. Een waardplant voor de groot-hoefbladboorder (zeldzaam) die de plant van boven tot onder gebruikt. Als rups maakt de vlinder gebruik van deze plant. Eerst in de stengel, naarna in de wortelstokken. Vanaf juli tot september tranformeert de rups tot vlinder en rust veelal op de grote bladeren. In de volle zon geeft de plant ook schaduw geeft aan andere insecten en vissen. Mensen gebruikten de bladeren veelal als parasool of paraplu.

Naast de functie als veredeld afdakje zijn er ook interesses vanuit een andere hoek. Onderzoekers hebben regelmatig onderzoek verricht naar deze plant. Hij heeft ook een aantal medicinale werkingen. Alhoewel alle delen oneetbaar zijn (gifstoffen: pyrrolizidine alkaloïden), blijken extracten van de plant zeer goed tegen hooikoorts en migraine te werken.

De extract zou petasine bevatten en is verantwoordelijk voor dat het slijmvlies in de neus slinkt, doordat het de aanmaak van leukotrienen en het vrijmaken van histamine blokkeert. Histamine en leukotrienen spelen een belangrijke rol in de hooikoorts allergie.

Ook is het extract van groot hoefblad een probaat middel tegen migraine. Op langere termijn blijkt bij testen de migraine aanvallen tot 60% te zijn afgenomen.

Wat meer valt terug te lezen op deze site: IOCOB

Dankzij deze plant zou zomaar alle smoesjes kunnen verdwijnen om geen frisse lentewandeling te maken in de natuur...


Dus naar buiten...groot hoefblad zoeken.











Subscribe to RSS Feed Follow me on Twitter!